Een bezem en 6 agenten

Catova blog Bezem en 6 agenten

'Hoe gaat het met je?' Ik antwoord niet. De betrokken blik blijft gericht op mij.

Het begon een uur geleden, maar voelt als 5 minuten. Het ging ineens allemaal zo snel. Maar ook te langzaam. Altijd vreemd wat spanning met het tijdsbesef doet.

Onrust in de flat

Marcel is de gehele dienst al wat afwezig. Mijn collega Henk en ik houden hem daarom wat extra in de gaten. Op afstand, want Marcel geeft duidelijk aan geen bemoeienis te willen vandaag. Heel goed kennen we hem ook nog niet. Hij is eergisteren binnengebracht nadat hij voor de zoveelste keer onrust veroorzaakte in zijn flat. De buren zijn bang voor hem. Iets wat zo op het eerste gezicht moeilijk voor te stellen is. Hij oogt vooral wat wereldvreemd en schichtig. Overigens ondanks zijn postuur, want groot is hij wel.

Het is niet de eerste keer dat iemand na opname eerst een dag of twee moet bijkomen van alles wat voor de opname heeft plaatsgevonden. We besluiten Marcel daarom ook rust te geven. Af en toe kijk ik even bij hem om de deur en breng hem wat te drinken of eten. Het contact is verder prima te noemen, vooral voor iemand die tegen zijn zin is opgenomen op een gesloten afdeling.

Zijn schichtige oogopslag is veranderd

Aan het einde van de ochtend komt Marcel rustig met een bezem de afdeling op lopen. Ik wil een opmerking maken over dat hij zich nu echt niet bezig hoeft te houden met huishoudelijke taken op de afdeling. Naïef bedenk ik mij als ik zijn ogen zie en slik mijn zin halverwege in.

Zijn schichtige oogopslag is veranderd in een wilde blik. Ogen groot en hij lijkt zelfs te grommen.

Dan veranderd zijn loopje ineens in een sprint en begint hij met de bezemsteel om zich heen te zwaaien.

Hij schreeuwt wat onsamenhangende dingen. Ik kan er hoogstens iets uit opmaken dat hij 'zijn medicijn speed' wil. En wel nu!

Zijn drang naar drugs is zo groot dat hij er de deur voor wil inslaan. Als dit niet lukt richt hij zich tot mijn collega Henk. De bezemsteel mist hem net.

Henk staat stil. Doet niks. Hoort me niet. Zijn tijd staat duidelijk stil.

Ik moet iedereen beschermen

Terwijl ik op Marcel inpraat, trekt een andere collega Henk het kantoor in. Ik probeer Marcel te bereiken, tegen beter weten in, maar ik vind dat ik het moet proberen. Ik moet iedereen beschermen. Bizar natuurlijk. In je eentje in de buurt van een grote man met bezem en graving naar drugs gaan staan.

Er is 112 gebeld en voor ik het weet staan er twee agenten op de afdeling. Ze nemen mij mee naar het kantoor. Marcel alleen achterlatend op de afdeling. 'Ga nou!' roep ik herhaaldelijk, terwijl Marcel met de bezem op de ramen van het verpleegkundig kantoor slaat. Ze zeggen te wachten op ondersteuning. Zoveel rust bij de agenten in stilstaande tijd. Een paar minuten later vertrekken 6 agenten met schilden gecoördineerd richting Marcel.

Hij mept nog 2 keer, maar geeft zich dan over. Hij wordt meegenomen naar het bureau.

'Kan ik iets voor je doen?' De agent kijkt mij nog steeds aan. Dan breek ik en voel ik zijn hand op mijn schouder.

Een dag later komt betreffende agent terug op de afdeling om een aangifte op te nemen. Die aangifte zorgt ervoor, tezamen met wat er al bekend is bij het OM, dat de Officier van Justitie uiteindelijk aandringt op forensische zorg voor Marcel. Een plek waar hij, voor hem, betere zorg ontvangt.