
Een lelijke vaas en dooie bloemen
Het wordt vaak gebracht als een groot goed: feedback geven. Want feedback is een cadeautje.
Laat me niet lachen. In de meeste gevallen is feedback een cadeautje zoals die lelijke vaas die je krijgt van je oudtante of een bos bloemen vlak voordat je op vakantie gaat. Met andere woorden een cadeautje waar je helemaal niet op zit te wachten. Waarvan je niet weet wat je er mee moet ('Kan ik die vaas een ander cadeau doen of moet ie naar de kringloop?'). Niet een cadeau waarvan je gaat nadenken of het je huiskamer (of leven) misschien verrijkt.
Alleen de gever voelt zich fijn omdat hij of zij heeft voldaan aan de algemeen heersende verwachting en iets goeds/liefs/aardigs heeft gedaan.
Feedback geven of aanspreken?
Feedback wordt ook vaak verward met aanspreken. En dat is toch echt iets anders. Feedback is iets waar de ontvanger wat aan zou moeten hebben. Iets om een taak, product of eigenschap te verbeteren. Om er zelf beter van te worden. Aanspreken is als zijnde gever je ei dumpen met de hoop door een eventuele verandering bij de ander er zelf beter van te worden. Dat je er een omelet voor terug krijgt. Vaak betreft het echter een rot ei. Wordt je als ontvanger niet perse blij van.
Een wanstaltig vaas blijft een wanstaltige vaas
Ook al is de feedback goed bedoeld of 'zoals het hoort', zelfs dan is de vraag of de ontvanger er op zit te wachten. Want ook die afschuwelijk wanstaltige vaas is lief bedoeld, maar toch nog steeds niet echt een aanwinst. Ook niet als het mooi ingepakt wordt gegeven. De regel van feedback is wat mij betreft dan ook dat je zelf mag beslissen wat je met die feedback doet. Of je 'het cadeautje' wel aanneemt.
Wat doe je dan met het gegeven paard?
Maar dat is best lastig. Want 'een gegeven paard enz'. En feedback hoort bij (jezelf) ontwikkelen. Geldende normen. Altijd fijn.
Wie zich niet zoveel aantrekt van die geldende normen is mijn 7 jarige. Op school maakt hij een werkstuk over de egel. Hij laat tijdens de weken dat hij aan dit project werkt meerdere malen weten dat hij trots is op zijn werk. Hij werkt er enthousiast aan, vraagt hulp waar nodig, schrijft zo netjes mogelijk en maakt alle hoofdstukken en bijbehorende tekeningen. Hij knutselt zelfs een extra egel.
Aan het einde van het project worden de werkstukken gepresenteerd aan de rest van de school. De 7 jarige kijkt hier naar uit, trots als dat hij is.
Tijdens de presentatie van het project worden er door schoolgenoten tips en tops opgeschreven in de werkstuk-boekjes. Zoals ze dat altijd doen op (deze) school. Zo ook bij hem.
Geprikkeld of slim?
Als ik zoon na de presentatie spreek vertelt hij trots over het project en de tops die hij heeft gekregen. Hij straalt. Tips? Nee, die heeft hij niet gekregen. Aldus de 7 jarige. Als ik later zijn werkboekje doorblader zie ik dat hij een manier heeft gevonden om met feedback om te gaan waar hij niet op zit te wachten; De tips zijn netjes uitgegumd.
Ik slik mijn eerste reactie weg ('Dit is niet echt de bedoeling') en samen met mijn man onderdruk ik de slappe lach. Ik vraag mijn zoon waarom de tips zijn uitgegumd. Na zijn uitleg ('Ze weten niet hoe hard ik hieraan gewerkt heb en ik heb er niks aan') keur ik het goed.
Tuurlijk, het kind moet leren omgaan met kritiek, feedback en tips. Maar wat ben ik stiekem trots dat hij tips die hij niet correct vindt 'uit kan gummen' en trots kan zijn op zijn werk. Als hij wil verbeteren zal hij vast om tips vragen. Als hij er aan toe is.
Dus: feedback geven? Is het echt een cadeautje voor de ander of dump je je eigen ongenoegen? En feedback krijgen? Voelt het als cadeautje: koester het. Zit je er niet op te wachten? Breng het gerust naar de kringloop. Of leen de gum van mijn zoon. Dat werkt ook.